Interview tussen leden Youth Travel Assen met Douwe Janssen

Hongarije reis

In de hal van de kerk kun je nog iets zien en proeven van de reis die jongeren naar Hongarije hebben gemaakt. Het proeft zoet. Maar hoe was de werkelijkheid. Was het een snoepreisje of meer?
Omdat ouderen in onze gemeente steeds meer oog voor jongeren blijken te hebben, heb ik aan enkele reisgenoten gevraagd, om iets van de reis te vertellen. Ik weet niet of ze representatief voor het reisgezelschap zijn. Indien het wel het geval is, dan is er veel gelachen.
Door de verhalen heen, verteld door Jasmijn, Anniek, Joëlle en Rianne, zette zich bij mij het volgende beeld vast.
Jongeren en hun begeleiders- samen 27 personen- gewend aan wat ze hebben, telefoon, internet, school en vriendinnen gingen met elkaar op weg. Een reis van ongeveer 1400 km. Met een tussenstop onderweg. Ze kennen elkaar van kerk en club, maar leven nu toch wel dicht op elkaar.
Met verwachtingen, gebaseerd op foto’s en verhalen van hun voorgangers, trokken ze weg. De eerste nacht, overnachtend in een Hostel, vijf meisjes op een kamer, kwam van slapen niet veel terecht.
Eenmaal in Hongarije aangekomen, werden ze welkom geheten door de plaatselijke predikant. Een man die bewust gekozen heeft om te werken in een arme streek. Met om het dorp heen veel Roma’s. Met een mager salaris als beloning. Daar sta je dan, met je dure telefoon en je dure jeansbroek aan. Eenmaal weer thuis, moeten ze nog vaak aan de dominee en zijn vrouw denken, zeggen ze.
Wij zijn weer thuis, maar zij blijven daar in armoede achter. Je kon niet merken dat de dominee er onder leed. Hij had gevoel voor humor. Zo mochten wij een eindje mee in zijn auto, met open laadbak. Hij scheurden ineens een paar keer door een diepe plas. Sommigen werden nat – van schrik- anderen van het water.
Na een lange dag, waarin van alles werd gedaan, kwamen ’s avonds de gesprekken. In kleine groepen werd er doorgesproken over een Bijbelgedeelte, of een onderwerp. Al pratende kwam naar boven, dat vragen die bij de één opkwam en voor een ander niet vreemd waren. Toen de schroom om je aan een ander te geven wegviel, werden de gesprekken intenser. Toch anders dan tijdens de verenigingsavonden. Elke groep had zijn eigen begeleider, waar ze zich bij thuis voelden.
De dominee, Gert Meijer, bleek een andere man te zijn, dan die op de preekstoel. Welke dominee gaat ’s nachts buiten slapen, om naar de sterren te kijken. En het gekke is, dat anderen dan ineens ook volgden. Zo lagen ze daar als een ’groep’, onder de open hemel. Soms fluisterend, dan aan een ander vragend: “Kun jij de boeken van het OT achter elkaar opzeggen?”
Er werd ook geklust. Ja, dat ging allemaal prima. Maar na enig intern onderzoek, is mij gebleken dat een van de dames niet een balk schilderde, maar dat zij zelf helemaal onder de verf zat. Nee, ik verklap de naam niet. Maar als u een jongere met een blauw gezicht in de kerk ziet zitten, bent u warm.
Ook heeft de jeugd kennis gemaakt met Romakinderen, inclusief eigen lichaamsgeur. Meisjes van hun leeftijd, liepen al met een eigen kind rond. Ja, dat doet iets met je. Bedelen zijn ze gewend, maar wij hebben geprobeerd ze iets te laten doen. Om daarna als beloning iets aan hen te geven.
Als afsluiting hebben de jongeren allemaal iets opgeschreven, over indrukken en over wat ze van elkaar vonden.
Het zou interessant zijn om ook de indruk van de begeleiders te horen. Wat zullen ze afgemat thuis zijn gekomen. Of misschien ook wel heel voldaan. Kinderen van Vader, samen optrekkend, elkaar bemoedigen en dingen delen. Iets om jaloers op te zijn.
U begrijpt dat ik maar enkele dingen heb kunnen vastleggen. Hoeveel verbeelding heb je nodig om mee te maken, dat je als zeventien jarig meisje je moet douchen, zonder deur voor de cabine. Zeker, het was boven bij de meisjes afdeling, maar toch. Hoe het gaat als je met elkaar boodschappen gaat doen in het kleine dorpswinkeltje. Hoe je met handen en voeten een maaltijd bij elkaar moet kopen.
Dat als je om bier vraagt, je sör? hoort vragen? Maar als daarbij een duim omhoog gaat weet je dat je goed zit.
En u beste lezer, neem een van de laatste potjes met honing mee naar huis. Het geld wordt goed besteed.

Douwe Janssen